1. Controleer de waterdruk op de meter van uw CV ketel. De zwarte wijzer moet tussen de 1,5 en de 2 bar staan. Staat deze lager dan 1,5 bar, dan is het belangrijk om de CV ketel bij te vullen.
2. Wanneer u de CV ketel wilt bijvullen is het belangrijk deze eerst te laten afkoelen door de thermostaat naar beneden te draaien. Nadat de CV ketel is afgekoeld trekt u de stekker van de CV ketel uit het stopcontact.
3. In de buurt van de CV ketel vindt u een waterkraan. Sluit een vulslang aan op de waterkraan en laat deze iets vollopen zodat de meeste lucht uit de vulslang verdwijnt. Sluit deze daarna aan op de vulkraan van het verwarmingssysteem.
4. Draai de waterkraan voorzichtig open en vervolgens de vulkraan door deze 1/4 slag te draaien.
5. Daarna laat u de waterkraan stromen totdat de druk voldoende hoog is (tussen de 1,5 en de 2 bar).
6. Draai daarna de vulkraan op het verwarmingstoestel dicht en vervolgens de waterkraan.
7. Voordat u de slang afkoppelt, houdt u de emmer onder de kraan voor het water dat uit de vulslang zal komen.
8. Daarna kunt u de CV ketel weer aanzetten.